Le Quatuor Hera : Solenne Païdassi (violon) – Hélène Desaint (alto) – Lydia Shelley (violoncelle) – Eliane Reyes (piano)
15 juillet 2019 @ 08:00 - 17:00
Quatuors :
Turina opus 67
Schumann opus 47
Le Quatuor Hera
Le Quatuor Hera est la rencontre des quatre femmes venues d’horizons différents qui ont une réelle passion pour le partage et se retrouvent naturellement dans un échange musical.
La pianiste Eliane Reyes qui fait une carrière de soliste, chambriste reconnue, qui se produit sur les scènes du monde entier. La violoniste Solenne Païdassi, 1er prix Long-Thibaud et violon solo de l’Orchestre National de Belgique. L’altiste Hélène Desaint artiste associée de La Chapelle Reine Elisabeth, chambriste de renom. Son premier album récital Schumann / Kurtag, est acclamé par la critique. La Violoncelliste Anglaise Lydia Shelley, reconnue en tant que soliste et chambriste, et aussi, membre du Quatuor Voce.
Het Hera Quartet is de ontmoeting van vier vrouwen met verschillende achtergronden die een echte passie hebben om te delen en zich op een natuurlijke manier in een muzikale uitwisseling bevinden. De pianist Eliane Reyes die een carrière als solist heeft, erkende kamermusicus, die optreedt op podia over de hele wereld. Violist Solenne Païdassi, eerste prijs Long-Thibaud en vioolsolo van het Nationaal Orkest van België. De violist Hélène Desaint associeert kunstenaar van La Chapelle Reine Elisabeth, vermaard kamermusicus. Zijn eerste recitalalbum Schumann / Kurtag, wordt geprezen door critici. Engelse celliste Lydia Shelley, erkend als solist en kamermusicus, en ook lid van het Voce-kwartet.
Joaquín Turina (1882 – 1949), Séville, Madrid.
Pianiste et compositeur de musique classique espagnol, Joaquín Turina Pérez est également chef d’orchestre, et accompagne notamment les Ballets russes de Diaghilev. À partir de 1931, il est professeur de composition au Conservatoire royal de Madrid. En 1935, il est élu à l’Académie royale des beaux-arts de San Fernando. Le conservatoire madrilène est rebaptisé en son honneur Conservatorio Profesional de Música Joaquín Turina. Parmi ses œuvres, on peut citer les opéras Margot (1914) et Jardín de Oriente (1923), diverses œuvres pour orchestre, dont La Procesión del Rocío (1913), Sinfonía Sevillana (1920), Ritmos (1928), les Danzas fantásticas (1920, versions pour piano et orchestre), La Oración del Torero (initialement écrite pour un quatuor de luth, et ensuite remaniée pour un quatuor à cordes puis pour un orchestre de cordes), diverses pièces de musique de chambre, compositions pour piano, pour guitare ainsi que des chansons. La plus grande partie de son œuvre dénote d’indiscutables influences de la musique andalouse traditionnelle. Il est également l’auteur d’un Traité de composition et d’une Encyclopédie abrégée de la musique (1917, Enciclopedia abreviada de música).
Joaquín Turina, was en Spaans componist, dirigent en muziekpedagoog. Op vierjarige leeftijd kreeg hij een accordeon en verbaasde iedereen hoe spoedig en geschikt hij die leerde bespelen. In zijn geboortestad, de hoofdstad van de provincie Andalusië, begon hij zijn muzikale studie harmonieleer en contrapunt bij García Torresen piano bij Enrique Rodríguez. Zijn eerste werken waren beïnvloed door moderne tendenties, maar Isaac Albéniz moedigde hem aan zich op de Andalusischemuzikale bronnen te concentreren. Deze verandering in oriëntering werd al duidelijk in zijn pianosuite Sevilla van 1908, maar vooral in zijn Strijkkwartet in 1910. Al voor het einde van zijn Parijse tijd was Turina zeer bekend in Madrid, omdat Enrique Fernández Arbós zijn symfonisch gedicht La Procesión del Rocío daar met groot succes had gedirigeerd. Nadat hij in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Madrid terugkwam, werkte hij bij het Teatro Real en aan het Real Conservatorio Superior de Música de Madrid. Als dirigent kon hij het publiek veel van zijn eigen werken voorspelen. In 1921 won hij in San Sebastian een prijs voor zijn Sinfonía sevillana. Belangrijk voor zijn prestige was ook het succes van zijn zarzuela Jardín de Oriente in 1923 in het Madrileense Teatro Real.
Robert Schumann (1810 – 1956) Zwickau, Endenich, compositeur allemand.
Sa musique s’inscrit dans le mouvement romantique qui domine au début du xixe siècle une Europe en pleine mutation. Compositeur littéraire par excellence, Schumann et sa musique illustrent une composante du romantique passionné. Il est le mari de Clara Schumann, pianiste et également compositrice. Robert Schumann a abordé, avec un succès divers, presque tous les genres de son époque. Sa création est un point culminant du romantisme en musique, qui se caractérise par l’importance donnée à la subjectivité, en opposition avec l’universalisme de la période classique. Il est, après Schubert et avant Brahms, l’un des maîtres du lied, un genre romantique prisé dans les pays germaniques.
Pour ses Quatuors à cordes, Schumann ne prend pas appui sur les derniers quatuors de Beethoven, mais sur ses quatuors intermédiaires, ainsi que sur ceux de Haydn et Mendelssohn. Les deux premiers sont de structure classique, avec, dans la forme sonate, l’introduction d’éléments de développement dans l’exposition et une réexposition abrégée.
Duitse componist. Zijn muziek maakt deel uit van de romantische beweging die aan het begin van de negentiende eeuw een Europa in volle verandering domineerde. Als literair componist bij uitstek illustreren Schumann en zijn muziek een onderdeel van de gepassioneerde romanticus. Hij is de echtgenoot van Clara Schumann, pianist en ook een componist. Robert Schumann benaderde, met wisselend succes, bijna elk genre van zijn tijd. De creatie ervan is een culminatie van de romantiek in de muziek, die wordt gekenmerkt door het belang dat wordt gehecht aan subjectiviteit, in tegenstelling tot het universalisme van de klassieke periode. Hij is, na Schubert en voor Brahms, een van de meesters van lied, een romantisch genre dat in de Germaanse landen wordt gewaardeerd.Voor zijn Strijkkwartetten vertrouwt Schumann niet op de laatste kwartetten van Beethoven, maar op zijn kwartetten, evenals die van Haydn en Mendelssohn. De eerste twee zijn van klassieke structuur, met in de sonatevorm de introductie van ontwikkelingselementen in de tentoonstelling en een verkorte herdexpositie.